12 april 1945
De dag na de overval op Nederland, 11 mei 1940, trekt het Duitse leger zegevierend Heerenveen binnen. De eindeloos lange stoet van zwaar bewapende militairen te paard, vanaf het Poolse front rechtstreeks naar Nederland gedirigeerd, kondigde het begin aan van vijf bange bezettingsjaren. Van echte oorlogshandelingen is in Heerenveen nooit sprake geweest. Angstige tijden braken aan toen in de laatste oorlogsmaanden Duitse moordcommando's in het Friesche Haagje neerstreken, links en rechts mensen uit de illegaliteit oppakten, mishandelden en zonder proces ter dood brachten. We lichten hier een aantal verhalen uit de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog uit.
Vandaag is het 12 april 1945, 2 dagen voor de bevrijding:
In de nacht pleegt de NBS sabotage aan de spoorlijn ten zuiden van de Tjongerbrug. Een Rode Kruis-trein komend uit de richting van Leeuwarden ontspoort. Kort na zonsopgang wordt de locomotief door een Engelse jager aan flarden geschoten.
Weer mislukt een wapendropping. Het vliegtuig vliegt ondanks het seinen van de juiste letter in oostelijke richting door.
’s Morgens leggen een viertal Engelse jagers het verkeer stil. Bij Nieuweschoot wordt een treintje beschoten.
Gevechtstroepen van de NBS van Weststellingwerf bezetten de verkeersbrug over de Linde.
’s Middags wordt Wolvega bevrijd door de verkenningseenheid van Luitenant Graham.
Om 14.30 uur arriveren de eerste twee Canadese legervoertuigen bij de Tjongerbrug in Mildam. Er ontstaat een korte schermutseling met Duitsers komend uit de richting Katlijk.
In Oudeschoot worden zo’n 70 Duitse militairen ingekwartierd. In diverse huizen richten zijn mitrailleurnesten in.
’s Avonds om ongeveer 23.00 uur vertrekken twee secties van de NBS, alsmede de sabotageploeg vanuit hun onderkomen in Nieuweschoot naar Mildam. Een mars van zes uur.
Engelse jagers
“Een dag van grote spanning. Morgens een viertal vliegmachines die het verkeer stillegden. Te Nieuweschoot werd een treintje beschoten. Middags geruchten, dat de Engelsen te Wolvega waren. Toen er echter geen bevestiging kwam ging men spoedig twijfelen. En men hoorde van meer dan één kant “Ik moet ze eerst zien voor ik dat geloof”.
Later op de middag kwam de mededeling dat er Engelse auto’s te Mildam over de brug waren gekomen. Hoewel dit eerst ook zeer betwijfeld werd, kwamen er spoedig meer bevestigingen van, te meer daar geloofwaardige mensen verklaarden ze gezien te hebben. ’s Avonds zouden er reeds een tweetal zijn. De schrik sloeg menigeen om het hart toen hier twee Duitse gevechtswagen door reden. Na eenige tijd kwam één terug. Allerlei dwaze geruchten. Dat bijv. Oudeschoot vol Duitsers zat en vele mensen van daar naar Nieuweschoot trokken.”
Uit: een dagboek van een onbekende inwoner van Oranjewoud.
De Tjongerbrug
“Samme Tolsma, wonend bij de brug te Mildam, staat niet ver van zijn woning met eenige kennissen over de toestand te praten. Ze maken zich bezorgd over de brug. Als de Duitschers deze eens lieten springen wat zou er dan van hun woningen terecht komen?
Het is één uur in de middag. Een man komt uit de polder over de brug fietsen en deelt hun mede, dat hij die morgen te Peperga de Engelschen of misschien ook Canadezen gezien heeft. Hoewel een zeer geloofwaardig persoon, Looinga van Heerenveen, was het sommige der omstanders haast niet mogelijk zijn woorden voor ernst op te nemen. Ongeveer half drie komt een kleine legerauto, wel bewapend en met eenige in geel-bruin gekleede manschappen over de brug en blijft daar staan, spoedig gevolgd door een tweede. Tolsma begrijpt dat het onze redders zijn.
Daar wordt hij opgebeld uit Oudeschoot met de mededeling dat een groepje Duitschers, gewapend met pantservuisten, de weg naar Mildam hebben ingeslagen. Onmiddellijk vrouw Tolsma naar de Canadezen, die dicht bij haar woning stonden en ze legde dezen uit met gebaren, bewegingen en door al maar te wijzen en te herhalen, wat er aan de orde was. En de vreemde soldaten begrepen haar. Eén der wagens rijdt door tot Meibos, waar hij de Duitschers ging afwachten, de andere rijdt terug over de brug tot een geschikte plaats waar hij de weg van uit Oudeschoot onder vuur kan nemen. Doordat een zoon van Schokker op het tooneel komt, die een mondjevol Engelsch kent, wordt het elkaar begrijpen iets gemakkelijker.
Ondertusschen wordt Tolsma van alle kanten opgebeld. Wat er toch te Mildam aan de hand is? Er ontwikkelt zich een schermutseling met een groepje Duitschers komend vanuit de richting Katlijk. Het aantal gevechtswagens nam gedurig toe. Een vijftal Canadezen wordt gewond, van wie naar beweerd wordt één is overleden. Eén der gevechtswagen werd onklaar gemaakt.”
Uit: Onderhoud met Samme Tolsma, wonend te Mildam bij de Tjongerbrug