13 april 1945
De dag na de overval op Nederland, 11 mei 1940, trekt het Duitse leger zegevierend Heerenveen binnen. De eindeloos lange stoet van zwaar bewapende militairen te paard, vanaf het Poolse front rechtstreeks naar Nederland gedirigeerd, kondigde het begin aan van vijf bange bezettingsjaren. Van echte oorlogshandelingen is in Heerenveen nooit sprake geweest. Angstige tijden braken aan toen in de laatste oorlogsmaanden Duitse moordcommando's in het Friesche Haagje neerstreken, links en rechts mensen uit de illegaliteit oppakten, mishandelden en zonder proces ter dood brachten. We lichten hier een aantal verhalen uit de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog uit.
Het is 13 april 1945, 1 dag voor de bevrijding
Om 2.00 uur in de nacht worden de verzetsstrijders Bouwe van Ens uit Nieuwehorne en Sijbren Sijtsma uit Hemelum door de SD uit hun cel in de Crackstate gevangenis gehaald en per auto naar Luinjeberd gebracht. Op de Spitzendijk worden zij doodgeschoten.
Om ongeveer 5.00 uur maken de secties van NBS uit Nieuweschoot contact met de Canadezen in Mildam. Onder het zingen van ‘It is a long way’ en ‘In naam van Oranje doe open de poort’ laat men de opgehaalde brug zakken. In de loop van de ochtend arriveren ook de eerste tanks in Mildam.
De twee secties ten noorden van Heerenveen blijken over te weinig wapens te beschikken. Hierop wordt besloten enige wapens er naar toe te brengen. J. van der Velde, J. de Jong, J. Kruis en A. Wind transporteren de gevaarlijke lading per bakfiets en boerenwagen dwars door Heerenveen, langs verschillende Duitse controleposten.
Boeren uit de streek Terband, Luinjeberd, Tjalleberd, Gersloot worden gedwongen om met paard en wagen naar Heerenveen te gaan en de Duitsers te assisteren bij hun aftocht. In de loop van de dag komen vele Duitse soldaten vanuit het oosten dezelfde streek binnen. Zij worden per groep van vijftig bij de boeren ingekwartierd. Het gaat om ongeveer achthonderd man. Ze worden ten westen van de Tjalleberter kerk ondergebracht.
De spoorbrug bij Oudeschoot wordt ’s middags door een Duitse vernietigingscommando opgeblazen. Een sectie van de NBS houdt enige tijd de Hooivaartsbrug bezet, maar trekt zich na een vuurgevecht terug.
In Oranjewoud houdt een SD-patrouille alle personen aan die een kijkje willen nemen, of hebben genomen in Mildam. Tijdens een aanhouding voor Hotel Tjaarda wordt een 22 jarige vrouw, die in de serre van het hotel de gang van zaken volgt, doodgeschoten. De arrestaties van de SD gaan gewoon door. Een Joodse onderduiker wordt deze dag nog opgepakt en in de Crackstate gevangenis opgesloten.
Waarnemend NSB-burgemeester L.W.A. de Blinde waarschuwt de inwoners van de gemeente zich niet op straat te begeven.
Een triest voorval
“Spoedig was het tijd, dat het diner voor mijn vier logeergasten klaar was. Daar de familie eerst gaarne een likeurtje voor het eten had, bracht ik de vier likeur op verlangen van de heer Schregardus in de serre naast mijn zaaltje, dus zoo dicht mogelijk aan de straat, terwijl de dinertafel gedekt stond in het zaaltje voor ’t raam nabij de hoofdingang van het hotel.
De heer Schregardus en de heer en mevrouw Buitendorp namen plaats en ik ging mevrouw Schregardus, die zich even bij de juffrouw in de keuken ophield, waarschuwen dat het likeur op tafel stond. Mevrouw Schregardus begaf zich naar de eetzaal en daar hoorde ik plotseling ‘kets’, terwijl ik tevens een gil hoorde en aan mij hoorde roepen. Niet wetende wat er gaande was, hoorde ik opnieuw mevrouw Schregardus gillende aan mij repen.
Ik er heen en wat zag ik? Daar lag hare dochter, de jonge mevrouw Buitendorp, slechts 22 jaar oud, met de doodskleur op het gelaat, stervende op het tapijt. Wat was er gebeurd? Op straat was een Duitsch soldaat bezig een jongeman met een gummiknuppel te slaan. Men sprak later van Bosscha. Dat ziet mevrouw Buitendorp, springt op en roept: “Kijk pa, een Duitsch soldaat slaat daar iemand.” Met dat zij dat zegt, springt ook haar man, de heer Buitendorp, die aan hun beider fietsen denkt, omdat de Duitsche militairen vaak fietsen in beslag neemt, plotseling op. De Duitsche soldaat dit ziende draait zich om, strekt aan, het schot gaat af en de kogel vliegt door de ruit en treft de 22 jarige mevrouw Buitendorp, staande tusschen haar man en haar vader, in het hart. Een zuster en een dokter die spoedig ter plaatse waren, konden slechts den dood, die onmiddellijk moet zijn ingetreden constateren.”
Uit: ongepubliceerde memoires van A.W. Tjaarda, hotelhouder in Oranjewoud.