16 april 1945
De dag na de overval op Nederland, 11 mei 1940, trekt het Duitse leger zegevierend Heerenveen binnen. De eindeloos lange stoet van zwaar bewapende militairen te paard, vanaf het Poolse front rechtstreeks naar Nederland gedirigeerd, kondigde het begin aan van vijf bange bezettingsjaren. Van echte oorlogshandelingen is in Heerenveen nooit sprake geweest. Angstige tijden braken aan toen in de laatste oorlogsmaanden Duitse moordcommando's in het Friesche Haagje neerstreken, links en rechts mensen uit de illegaliteit oppakten, mishandelden en zonder proces ter dood brachten. We lichten hier een aantal verhalen uit de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog uit.
Het is 16 april 1945, Heerenveen is vrij
Het eerste officiële nummer van de ‘Heerenveense Koerier’ verschijnt. Het ‘Nieuwsblad van Friesland’ dat tijdens de oorlog aan de verkeerde kant stond, krijgt een verschijningsverbod.
De gehate NSB-Burgemeester Pater wordt gedwongen voor de filmcamera één van de bunkers af te breken die door de Duitsers bij Crackstate zijn aangelegd.
De hele dag door worden arrestanten, NSB’ers, zwarthandelaren en vrouwen die omgang met Duitse militairen hadden naar de Crackstate gevangenis gebracht.
Waarnemend burgemeester De Haan dringt er bij de bevolking op aan hun blijdschap op passende wijze tot uitdrukking te brengen. Hij herinnert er aan dat ‘een deel van ons volk nog steeds aan zware beproevingen bloot staat’. Verder wijst hij er in de ‘Heerenveense Koerier’ op dat het er van ’s avonds na 22.00 uur tot 7.00 uur een uitgaansverbod geldt en dat het gebruik van rijwielen op de openbare weg deze maandag verboden is. De Haan roept de bevolking op deze voorschriften strikt na te leven in het belang van de oorlogsvoering.
Onderduikers worden opgeroepen zich te laten registreren bij zogenaamde opduikbureau’s, evacués krijgen te horen dat zij voorlopig nog niet naar hun woonplaatsen kunnen terugkeren vanwege de oorlogssituatie.
In Heerenveen en Nieuwehorne worden voorbereidingen getroffen voor de begrafenis van Sieger van der Laan, Jan Kruis en Bouwe van Ens op dinsdag 17 april 1945.
Dankbaar
En nu zouden we de stemming in de plaats willen beschrijven, doch hier moeten we wel bekennen, dat we daartoe niet in staat zijn. De grote blijdschap en oplichting die op aller gezichten was te lezen, het enthousiasme waarmee de doortrekkende troepen weden toegejuicht, het is onbeschrijflijk. Er gebeuren dingen die we in vijf jaar bezetting als onmogelijk waren gaan beschouwen. Overal Oranje, vele oude bekenden doken plotseling op, Joden liepen vrij op straat, landverraders werden gearresteerd. ‘De Koerier’ werd openlijk op straat verkocht, kortom we dachten dat we droomden, zoo vreemd en onwennig was alles. … VRIJHEID, wat een nooit genoeg te waarderen goed, wanneer men nog de last van vijf jaar bezetting voelt. …
Dankbaarheid vervult ons, wanneer we bedenken hoe weinig slachtoffers er zijn gevallen en hoe weinig er verhoudingsgewijs is verwoest. En des te dieper daarvoor het medeleven met de nabestaanden van hen die hun leven gaven, S. v.d. Laan, B. v. Ens en J. Kruis. Grote woede en verachting komt bij ons op als we denken aan de laffe moord op Van Ens en Van der Laan, die werd doodgeschoten nadat de Duitsers reeds de witte vlag hadden vertoond. Bouwe van Ens, die vreselijk mishandeld en daarna doodgeschoten en in het land neergesmeten werd.
Sieger, Bouwe en Jan, jullie gaven je leven voor de bevrijding van ons land. Wij zullen je niet vergeten en zullen trachten jullie waardig te zijn door ons in volle overgave en met opofferingsgezindheid te werpen op de taak van de wederopbouw en herstel. Ook wij willen onze plicht doen, zooals jullie het deden…
Uit: Heerenveense Koerier, 16 april 1945. Hoofdartikel van redacteur J. Spiekhout